skip to Main Content

Dit bericht heeft 44 reacties

      1. Dit gaat over wiskunde A, en bij het nieuwe boek Getal en Ruimte is dat op bladzijde 94 hoofdstuk 11 over grafieken en gebieden.
        Dankjewel trouwens dat je dit doet! 😉

      2. Ik doe wiskunde A in 5 havo en ik begrijp het halfvlak ook niet… het wordt in hoofdstuk 11.1 van getal en ruimte behandeld. Het gaat om een formule zoals 2x+3y<_ -6 ( <_ horen onder elkaar, dus kleiner of gelijk aan…)
        de uitwerking is x I 0 I -3
        y I -2 I 0
        en dan (0,0) invullen geeft 0+0 <_ -6
        dit klopt niet dus je moet het halfvlak markeren waar (0,0) niet in ligt
        ik snap alleen niet hoe ze aan al die info in de tabel van y en x komen?

        1. Hoi Ella!
          Sorry ik heb hier nog geen video over.. Komt er wel voor het eindexamen aan!
          Ik kan je wel proberen te helpen. Die informatie in de tabel is uitgerekend met behulp van de formule. Ik zal een klein stappenplannetje bedenken:

          Stap 1: Maak een =-teken van dat teken in je formule

          Stap 2: Zorg dat y in z’n eentje staat. Dus alles wat niet y is aan de andere kant. Je krijgt dan de vorm y = ax + b

          Stap 3: Optie 1: Teken de grafiek met behulp van a (richtingscoefficient) en b (startgetal).
          Optie 2: Vul twee waarden van x in en maak een tabel.

          Stap 4: Check waar (0,0) ligt.

          Toegepast op jouw probleem is dat:

          Stap 1: 2x + 3y = -6

          Stap 2:
          2x + 3y = -6
          3y = -6 – 2x
          y = -2/3x – 2

          Stap 3:
          Optie 1:
          Het startgetal is -2. Dus je begint de grafiek bij -2 op de y-as.
          De richtingscoefficient is -2/3. Dus voor elk stapje naar rechts ga je 2/3 omlaag.
          Teken de grafiek.

          Optie 2:
          Vul twee waarden van x in. Bijvoorbeeld x=0 en x=-3.
          y = -2/3x – 2
          x=0 geeft y=-2
          x=-3 geeft y=0
          Je hebt nu twee coordinaten. (0,-2) en (-3,0). Als je die twee coordinaten in je assenstelsel tekent en daar een lijn doorheen heb je de grafiek.
          (Dit is wat ze in je uitwerking gedaan hebben)

          Stap 4:
          (0,0) invullen geef 0 < -6. Dit is niet waar. Dus markeer waar (0,0) niet in ligt.

  1. TOP!!!

    15 jaar geleden mbo afgerond. Nu voor mijn HBO opleiding ben ik genoodzaakt een havo wiskunde toelatingstoets te doen.
    Door jou video’s kan ik perfect mijn wiskunde opfrissen.
    Nu door naar het havo B gedeelte.

    1. Bedankt voor je reactie =D! Ik weet dat veel MBO-studenten de video’s gebruiken bij de overstap naar HBO, en ik vind het heel erg leuk om te horen dat ik ook die doelgroep kan helpen. Veel succes met je toets en opleiding!

    1. Dankje! Die komt er in de komende maanden aan. Ik heb nog wel een oude video, zoek op youtube ‘omgekeerd evenredig wiskunjeleren’.

  2. Hee hoi,

    Ik heb een vraag, ik kom niet helemaal uit de de volgende opgave:
    ik heb 2 lijnen: lijn 1 die door de oorsprong (0,0) gaat en door (2,2) en lijn 2 die door (1,3) en (0,1) gaat, hierbij moet ik het snijpunt van deze twee lijnen bereken. Ik weet niet echt hoe ik deze opgave moet oplossen, ook niet m.b.v. de filmpjes… Zou jij mij hiermee misschien kunnen helpen?

    Groetjes,

    Sanne

    1. In de video’s over formule opstellen kun je vinden hoe je een formule opstelt met 2 punten. Dat moet je twee keer doen, voor die twee lijnen. Daarna zet je de formules tegenover elkaar en los je de vergelijking op. Kun je het proberen en vertellen waar je vastloopt?

  3. Een vraag over de video van het recht evenredig verband. In het voorbeeld onderin over de Mealshake, zeg je dat er evenredig staat en dat het dus recht evenredig is. Kan het dan ook omgekeerd evenredig zijn of is het dan altijd recht evenredig?

  4. Ik heb een vraag over dit filmpje.
    In een voorbeeld, laat je zien hoe je uit een grafiek de formule kan aflezen.
    Maar stel dat er op de toets het zelfde gevraagd wordt, alleen dat de grafiek onduidelijker is dus bijvoorbeeld met stappen van 0,25, 0,50, 0,75 et. hoe kun je dan het best de formule opstellen. Door 2 punten in de grafiek te zoeken en dan de formule uit te rekenen of juist anders?

  5. Is er ook ergens een video waarin je uitlegt hoe je dit soort vragen oplost?

    Een autobedrijf berekent de prijs P in euro’s voor de autohuur van één dag met deze formule: P=42+0,6a. Daarbij is a de gereden afstand in kilometers. Een tweede berijf rekent voor de autohuur een vast bedrag per dag van 67 euro en 0,44 euro per kilometer (de formule wordt dan P=67+0,44a)
    De eerste vraag hierbij was wanneer ze even duur zijn, dat heb ik kunnen uitrekenen met behulp van snijppunten, maar de tweede vraag is lastig
    Pieter weet precies hoeveel kilometer hij moet rijden, hij is bij het eerste bedrijf 10 euro meer kwijt dan bij het tweede bedrijf, hoeveel hele kilometers moet Pieter rijden?

    Hoe bereken je de tweede vraag?

  6. Ik heb een vraag over het filmpje! Bij het 2e voorbeeld mag je dus zomaar een getal nemen (van coördinaten), maar stel dat je (0,-3) had genomen? Dan kom je op een ander antwoord uit, namelijk dat dat punt niet groter of gelijk is aan 0.0, en moet je dus een ander halfvlak inkleuren. Maakt dit niet uit? Dat was me namelijk nog een beetje onduidelijk.

    1. Klopt, je komt er dan op uit dat het NIET groter is dan 0. Dus moet je NIET het halfvlak inkleuren waar (0,-3) in ligt. Dus kleur je hetzelfde halfvlak als wat ik laat zien in het voorbeeld. Goede vraag!

  7. hooi,
    Ik loop vast bij deze vraag kan je misschien helpen?
    5 < N < 20
    5 < P < 20
    75 < 3N + 5P < 125
    Ik heb daarna dit gedaan
    3N+5P = 75
    3N+5P = 125
    Bij de 75 kon ik wel de 0 in vullen voor N en P
    Maar bij de 125 kon ik alleen de 0 invullen bij N ( 3N x 0 = 0 ) ( 125/ 5 = 25P)
    maar als ik de 0 invulde bij p kreeg ik 125/3= 41.66 maar dat klopt niet

  8. ik heb een vraagje over ongelijkheden zelf tekenen dan heb je alleen de lijnen en daarbij moet je ongelijkheden maken en dat begrijp ik echt niet misschien heeft u het al verteld maar ik kon het niet vinden

  9. Hee even een vraagje;
    Dit staat los van de opgave, maar wat als ze bij de video ‘vergelijkingen opstellen’ hadden gevraagd om het minimale aantal flessen van de vrouwen uit te rekenen ipv vrouwen? Of heb je daar te weinig informatie voor? Ik zat zelf even te rekenen maar ik kom er niet uit.
    Alvast bedankt!

    1. Hoi Jan,
      Ik merk dat leerlingen veel fouten gaan maken als ze de ‘trucjes’ van lineair interpoleren en extrapoleren aanleren. Wat makkelijker is: formule opstellen bij de twee gegeven punten (zie video Formule opstellen 2). Daarna de gevraagde waarde in die formule invullen.

  10. Deze en de video van interpoleren en extrapoleren heb ik bekeken. Bij deze tabel kun je kruislings vermenigvuldigen. Dit kan niet altijd. Wanneer kan dit wel en wanneer kan dit niet?

    1. Bij een recht evenredig verband kun je kruislings vermenigvuldigen. Dat betekent dat het punt (0,0) in de tabel zit en de grafiek dus door de oorsprong gaat.

  11. heyy halo, ik doe dit jaar eindexamen havo wiskunde A en bij ongelijkheden snap ik niet helemaal hoe je aan de formules: K=90+10t komt en K=80+15t, want de formule voor lineair is toch N=at+b of y=axtb?

    1. Hoi Lotte,
      Het maakt niet uit in welke volgorde je de termen zet, dus deze twee formules zijn hetzelfde als K=10t+90 en K=15t+80. Dus dan staat hij in de vorm K=at+b. Is dat wat je bedoelt?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top