skip to Main Content

Dit bericht heeft 18 reacties

  1. Beste Esther,

    Zou je willen aangeven hoe de volgende opgave kan worden opgelost? Die vond ik op een of andere website.
    Je verdeelt 32 rode rozen over 3 vazen waarbij in elke vaas minstens 5 rozen moeten komen. Op hoeveel manieren kan je de rozen verdelen over de vazen?

    Mvg
    Danielle Zwager

    1. Je kunt het beste beginnen met het systematisch uitschrijven van de mogelijkheden. Zo krijg je meer inzicht in het probleem. Heb je dat al geprobeerd?

  2. Morgen examen wiskunde, bedankt voor alle hulp. Zonder jouw hulp was ik afgelopen jaar niet over gegaan naar HAVO5 – beslissende toets, en het lukte!

  3. Heeft u ook prezi’s over Permutaties, Combinaties en Faculteiten? Het komt niet voor in het examen van Wiskunde A, maar wel in de PTA’s/SET-toetsen… Ik hoor het !

  4. Hoi, ik heb 2 vragen over tellen.
    – is de vraag uit het schema: Kun je vaker hetzelfde kiezen? hetzelfde als: Is herhaling mogelijk?
    – en is de vraag uit het schema: Krijgen de gekozenen een verschillende plek of taak? hetzelfde als: Is de volgorde van belang?

  5. Bij voorbeeld 2 is er toch geen verplichte volgorde hoe ze op de stoelen moeten gaan zitten? De stoelen die ze uiteindelijk bezetten kunnen op alle mogelijke combinaties worden gevuld, dus heb je toch combinaties i.p.v. permutaties nodig voor de berekening?

    1. Hoi Lisa,
      Sorry voor de late reactie, ik ga je vraag toch nog even beantwoorden.
      Wat jij noemt is precies wat er misgaat bij de uitleg die de meeste leraren en boeken geven. Door de vraag te stellen ‘Maakt de volgorde uit?’ of zelfs zoals jij zegt ‘Is er een verplichte volgorde?’, kom je verkeerd uit.
      De vraag moet zijn: ‘Krijgen de gekozenen een verschillende plek of taak?’
      De gekozenen zijn in dit geval de stoelen. Ze krijgen een verschillende plek/taak, ze krijgen namelijk verschillende personen toegewezen.
      Je kunt erover discussiëren of dat inderdaad echt verschillend is. De personen zijn namelijk allemaal ‘persoon’. Dus bijv als het identieke robots zouden zijn, zou het een combinatie zijn. Maar gangbaar is, dat je bij personen zegt dat ze verschillend zijn (vaak krijgen ze dan ook 5 verschillende namen). Daardoor is het een permutatie.
      Bij een combinatie kom je op een minder groot aantal mogelijkheden uit. Wat er bij een combinatie gebeurt is dat er alleen wordt gekeken: op hoeveel manieren kun je 5 van 8 stoelen kiezen? Maar zodra die stoelen gekozen zijn, wordt er geen onderscheid meer gemaakt qua in welke volgorde die 5 personen zitten. Die verschillende volgordes worden als één geteld. Bij een permutatie wordt dat onderscheid wél gemaakt, en kom je dus op een veel hoger aantal uit.

    1. Heb je de video ‘welke berekening?’ gezien? En meerdere video’s met voorbeelden?
      Kort gezegd voor nPr of nCr moet je bedenken of de gekozenen een verschillende plek of taak krijgen. Is het antwoord ‘ja’, dan permutatie. Bij ‘nee’, dan combinatie.

  6. hey, top uitleg!
    Ik heb morgen examen en begreep tellen helemaal niet volgens het boek. dus ik heb er zeker wat aan gehad, de methodes die je gebruikt zijn zo veel meer overzichtelijker. je bent een redder is nood!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top