skip to Main Content

Dit bericht heeft 12 reacties

  1. Hoi,

    Ik ben pas begonnen met de HBO Bouwkunde en moet uit het boek Wiskunde in de bouw, alles kennen. Ik schrijf de inhoudsopgave
    1. Breuken en verhoudingen
    2. Vergelijkingen, ongelijkheden en functies
    3. Machten en wortels
    4. Logaritmen
    5. Exponentiële functies
    6. Goniometrie
    7. Vlakke en ruimtelijke meetkunde
    8. Vectoren
    9. Lineaire algebra
    10. Differentiaalrekening
    11. Integraalrekening
    12. Differentiaalvergelijking

    In het boek zijn er opgaven gegeven met antwoordt, maar uit het antwoordt krijg je geen uitleg en dat is verwarrend. Heb jij misschien ook video’s gemaakt van de inhoud 1 t/m 12. Ik zou die video’s heel graag willen zien.

    Alvast Bedankt !
    Met vriendelijke groeten,
    Sergio Martin

    1. Voor onderwerpen 1 t/m 7 heb ik wel wat uitleg, die kun je hier vinden op mijn site, zoek bij de verschillende onderwerpen :).

  2. Als de grafiek gespiegeld wordt door -(wortel 3-x), hoe schrijf je het bereik dan op? Gewoon <>)??

    Alvast bedankt!

    Hele goede uitleg trouwens!

  3. Hoi,
    Ik begrijp een dingetje niet..
    Je zegt dat bij het eerste voorbeeld van A.B = A.C x = 3 een oplossing is.
    Maar dat kan toch niet? Want dan komt er onder het wortelteken een negatief getal te staan! Dat zou betekenen dat je oplossing bij die x waarde (3) een imaginaire y waarde heeft. Ik heb beide grafieken geplot (grafiek van het linkerlid en grafiek van het rechterlid) en de andere 2 oplossingen, snijpunten x = 5 y= 4 en x = 6 en y = 9 kloppen inderdaad. Echter geen snijpunt bij x = 3
    Verder goede video’s hoor!

  4. Hoi,
    Ik snap gewoon een ding niet. Bij Wortelvergelijking oplossen, als je geen ontbindings factoren hebt of zeg maar grote getalen hebt. Dan moet je de D berekenen die de formula van bE2 -4ac doen. Mijn vraag is na dat je de D brekend, wat moet je doen??
    Bedankt voor de mooi video’s !!

    1. De D die je hebt berekend moet je vervolgens invullen in de formule: x = (-b+wortel(D))/2a en x = (-b-wortel(D))/2a . Die a en b kun je uit de formule halen: y=ax^2 + bx + c .

  5. Hoi,

    Als je 2 keer een horizontale en 2 keer een verticale transformatie hebt, maakt de volgorde dan ook niet uit?

    Alvast bedankt

    1. Hoi Anne-Lynn,
      Twee horizontale draaien altijd om in volgorde. Dus bij 2 horizontale én 2 verticale moet je de volgorde van de horizontale andersom doen dan je zou verwachten. Het maakt vervolgens niet uit of ze voor of na de verticale komen. De volgorde van de 2 verticale is wel zoals je verwacht. Lastig is dit he!

Laat een antwoord achter aan Jessie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back To Top